Kindertijd - Moeite met ‘mens’ zijn
Als kind was ik al heel idealistisch, filosofisch, en spiritueel aangelegd. Ik had moeite met ‘mens’ zijn en droomde het liefst overal bij weg. Het ervaren van emoties en daaraan toegeven, vond ik heel lastig. Aan bijvoorbeeld verliefdheid en angst kon ik me maar moeilijk overgeven. Vol liefde en zachtheid kon ik naar de wereld kijken, maar waarom was is dan zo hard voor mezelf?
Het kleine meisje in mij voelde de emoties van anderen sterk aan. Als mijn aandacht naar een persoon werd getrokken, voelde ik het verdriet, de pijn, en de eenzaamheid. Het was te intens en ik kon het niet van me afschudden. Wat moest ik hiermee? Het leidde me af en deed me pijn.
Ondanks dat ik dit niet wilde voelen, bracht het me ook een sterk innerlijk weten. Antwoorden op vragen wist ik zonder daar eerder iets van gehoord of gelezen te hebben. Wat voor mij logisch en helder was, bleek voor een ander niet zo te zijn. Waarom ervaarde anderen de dingen niet zoals ik?
Er schuilde een bepaalde eenzaamheid in het ervaren van helder voelen en helder weten. Het gaf me het gevoel dat ik niet begrepen werd en dat ik niet op mijn plek was in de omgeving waarin ik opgroeide.